Een keer per jaar brul
ik ongegeneerd en vol overgave mee met ‘t
Is stil aan de overkant, Who let the
dogs out en andere Amsterdam-noord krakers, feestend op de dijk langs het parcours
van de Dam tot Damloop. Het is niet duidelijk wie het hardst juicht, het publiek
of de renners zelf. Dat de atleten er vleugels van krijgen is zeker, zelf de
zwakste broeders krijgen weer wat kleur op hun wangen.
Mijn
laatste serieuze poging om het hardlopen op te pakken strandde drie jaar
geleden, op schoenen van ruim tweehonderd euro. Ik had ze aan laten meten in
een speciale hardloopwinkel. Door blessures achtervolgd ging ik het nu eens goed
aanpakken. Mijn blote voeten werden gefilmd terwijl ik over de loopband rende, en
met schoenen met optimale demping en een trainingsschema voor kneuzen ging ik
aan de slag. Dit keer ging het lukken! Drie keer ben ik op pad gegaan. Afwisselend
een minuut hardlopen en een minuut wandelen. Tot hijgen is het nooit gekomen,
door al die sprintjes op de fiets naar de pont ben ik natuurlijk topfit. En
toen kreeg ik pijn. Geen normale spierpijn waar je doorheen moet, maar
pijnlijke knieën, enkels en achillespezen. Pas na een paar weken kon ik weer
een beetje normaal wandelen. Hardlopen is het niet voor mij.
Ik
had me daarbij neergelegd, toen ik las dat Deense onderzoekers op een congres
hadden gemeld dat joggen je leven met gemiddeld zes jaar kan verlengen. Voor de
Copenhagen City Heart Study worden sinds
1976 zo’n 20.000 mannen en vrouwen tussen de 20 en de 92 jaar gevolgd. Dit
levert een gouden berg aan gegevens op over aan de ene kant levensstijl en aan
de andere kant hart- en vaatziekten. Sinds het begin van de studie zijn er inmiddels
genoeg mensen overleden om ook een verband te kunnen leggen tussen levensstijl
en levensverwachting. Het zal niemand verbazen dat hardlopen goed is voor hart
en longen. Toch is het opmerkelijk dat nu is vastgesteld dat hardlopen zo duidelijk
levensverlengend kan zijn. Al eerder publiceerden deze onderzoekers over het
levensverlengende effect van fietsen. Wat bleek: ook van fietsen wordt je
ouder, maar alleen als je je korte stukjes in het zweet fiets. Lange afstandsfietsen
geeft je maar weinig extra tijd. Wat dat betreft zit ik dus alvast goed, want
met het beperkte vaarschema van de NDSM-pont kan je het er niet op aan laten
komen.
Ten
opzichte van fietsen heeft hardlopen wel een bonuseffect: mechanische belasting. Dit is het belasten van
je lichaam tegen de zwaartekracht in. Naast hardlopen moet je daarbij denken
aan traplopen, touwtjespringen of huppelen, alles wat druk op de botten
uitoefent. Botten bestaan uit levend weefsel; er vindt voortdurend aanmaak en
afbraak van botweefsel plaats. Per jaar vernieuw je ongeveer een kwart van je
botmassa. Door mechanische belasting wordt er meer bot aangemaakt dan
afgebroken, waardoor de dichtheid toeneemt: je botten worden sterker. En met
sterke botten wordt je ouder. Voor bejaarden is een gebroken heup vaak de
doodsklap, twintig procent van hen overlijdt binnen een jaar. Helaas is het datzelfde
stampwerk dat je botten sterk maakt, wat mij blessures geeft. Als ik weer een
nieuwe start wil maken, is het dus zaak balans te houden tussen belasten en
blesseren.
Sukkeldrafje effectiever
dan extreme inspanning
Ook
dit jaar zijn de Dam tot Damtrainingen weer van start gegaan. Spijt dat ikzelf
niet mee kan doen heb ik niet meer. Laat mij maar lekker langs de kant staan schreeuwen.
Want die Dam tot Damloop blijkt helemaal niet zo gezond te zijn; de Denen vonden
namelijk dat extreem hardlopen niet levensverlengend werkt. Integendeel zelfs. Gek
genoeg zou sprintjes trekken ook niet effectief zijn. Maar of ik dat nou
geloven moet weet ik niet, want waarom is sprinten op de fiets dan wel
levensverlengend? We zullen de officiële publicatie moeten afwachten, hopelijk
hebben de onderzoekers een aannemelijke verklaring voor dit verschil.
Om
zes jaar bij te tekenen kun je dus het best korte afstanden in een sukkeltempo rennen.
Twee keer per week een paar kilometer is al genoeg, komt dat even goed uit! Ik
ben weer aan de slag gegaan; tegenwoordig kun je me joggend in het Twiske tegenkomen.
Ik loop nu samen met mijn hond. Geregeld pauzeren we voor een plasje, een
slobbertje water of een ontmoeting met een soortgenoot. Zo gaat ie goed.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten