maandag 17 december 2012

Trouwjurk


Kleding kopen is niet mijn hobby, maar in deze winkel snap ik tenminste het plan: broeken bij broeken, rokken bij rokken, truien bij truien. Niets heerlijkers dan schumen tussen de rekken van kringloopwinkel de locatie.

Een groot deel van mijn kledingkast is gevuld met tweedehandsjes. Onze jongste, de mooiboy, trekt zijn neus op als ik weer eens met iets ouds thuis kom. ”Misschien is er wel iemand in doodgegaan”, walgt hij. Elk truitje heeft zijn eigen geschiedenis. Wie zou het gedragen hebben, hoe zag haar leven eruit?

Op een keer snuffelde ik tussen een rek gevuld met lange jurken. Daar hing een retro trouwjurk. Hij was gemaakt van zachtgele stof, bekleed met kant. Het model was eenvoudig, recht en mouwloos, ik schat jaren zestig. Middenvoor zat een koffievlek en onderaan een scheurtje in het kant. Als je goed keek, zag je dat de zijkanten waren uitgelegd. De jurk was nog een tweede keer gedragen, misschien wel door het jongere, iets dikkere zusje van de eerste bruid. Maar wat moest ik nou met een trouwjurk?

Er hing een trouwjurk in het rek van de kringloopwinkel.
Wat moest ik daar nou mee?

Toen ik opgroeide was trouwen burgerlijk. Logisch dat ik ging samenwonen. Later, toen we ons huis kochten was het geld op, en toen we kinderen kregen kwam het er niet van. Het is goed zo. Toch stond ik een week later weer voor het rek. De jurk hing er nog. Ik moest hem hebben. Bij de kassa sloot ik aan in de rij, een mix van armoedzaaiers en kringloopliefhebbers. “Zo mevrouwtje, hebben we plannen?” vroeg de man achter de kassa. “Ach, je weet nooit of ie me vraagt” antwoordde ik. “Nou, de jurk is anders wel duur hoor”. De kassaman, door het leven getekend, wilde me op andere gedachten brengen. En gelijk had ie, negenentwintig euro voor een jurk waar je niks aan hebt is een hoop geld. “Maar iedere vrouw heeft toch zo’n jurk in de kast hangen?” probeerde ik. De rest van de rij lachte instemmend.

Thuis smokkelde ik de jurk naar de slaapkamer en verstopte hem tussen de andere kleding in mijn kast. En daar hangt ie nog steeds. Als ik over het kant aai denk ik glimlachend terug aan het kassamoment. Dat alleen al was het geld meer dan waard.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten