Nou, dat viel nog mee, de pont was maar drie minuten te
laat. Ik had net gehoord dat op de vorige rit een ongeluk was gebeurd. Iemand had de trapper van zijn fiets in zijn
been gekregen, een lelijke wond. Aan de
overkant, bij de NDSM, werd hij met de ambulance afgevoerd. Dat zou dus wel een flinke vertraging worden. Het was mooi weer, het avondeten kon wel
even wachten, dus wat gaf het.
We waren nog niet koud vertrokken of ik zie een vrouw
in elkaar zakken: lijkbleek was ze. Ze werd door een andere vrouw geholpen en de
pont voer direct terug naar de houthavens, waar ze van boord gingen. Dat is
gek, dacht ik, eerst een ongeluk, volgende rit valt er iemand flauw. Tot ik in
de gaten kreeg waarom ze was flauwgevallen: Er lag nog allemaal bloed op de
pont. Een van de twee stuurmannen ging het toch maar schoonspuiten. Hele golven
van water vermengd met bloed, vuistdikke stolsels of stukken weefsel spoelden
over het dek. De pont was redelijk vol, ik kon geen kant uit. Het koste me de grootste moeite om
met mijn sandalen het bloed te ontwijken. Spetters vlogen in het rond. Op een gegeven moment was hij klaar. Althans
hij vond het wel genoeg. Niet lang daarna bereikten we de overkant en iedereen verliet de pont.
Een nieuwe lading
nietsvermoedende fietsers en voetgangers ging aan boord, terwijl het achterdek
nog vol lag met bloederige resten.
De biefstuk heb ik die avond maar laten schieten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten