donderdag 12 september 2013

Fijn die natuur, maar liever niet in mijn eigen tuin

Kan je deze gewoon eten? Een paar jongetjes keken verbaasd toe hoe ik een braam van de buurtstruik plukte en in mijn mond stopte. Wat is er heerlijker dan opgroeien met zo’n bramenstruik langs de weg van huis naar school? Hoeveel bramen ik daar met de kinderen niet terloops geplukt heb…. Soms gingen we naar het Twiske, als we een emmertje vol nodig hadden om bramentaart of bramenjam mee te maken. Daar wisten we precies die verwilderde plekjes te vinden. Want verwilderen, dat kunnen deze struiken heel goed. Hoe dat precies in zijn werk gaat kunnen we ook heel dicht bij huis bekijken. Buurmans tuin is namelijk een grote wildernis. Een echt reservaat voor vogels, egels en veel andere dieren uit Amsterdam-Noord. Een blik over de schutting en je ziet nog een aantal fruitbomen staan, verscholen onder het geweld van een aantal in-  en uitheemse gewassen die de tuin over hebben genomen. Buurman kan niet meer naar achter doorlopen. 

Woekerende vogelkers

Worteluitlopers van de vogelkers
De hardnekkigste struik is zonder twijfel de Amerikaanse vogelkers, ook wel bospest genoemd. Hele duingebieden neemt deze plant over, en naast buurmans tuin ook die van ons. Worteluitlopers kruipen met het grootste gemak onder de schutting door en overal ontspruiten nieuwe vogelkersjes. Die ik met de groots mogelijke moeite eruit kan rukken, maar vaak ook niet meer. Resistent als ze zijn tegen glyfosaat, is het voortdurend afknippen en het planten van sterke, concurrerende bodembedekkers het enige dat ik kan doen.  Met een telescoopsnoeizaag  proberen we wat van de bovenkant van buurmans bos af te krijgen. Maar voor elke afgezaagde tak komen er tien terug.

Het uiteinde van de braamrank
dringt de grond in en schiet wortel 
Dan de braam, die heeft een andere tactiek. Die verspreidt zich bovengronds. Met een enorme snelheid groeien zijn takken alle kanten uit. Met gemak reiken ze met grote bogen over de schutting, net zo lang totdat de uiteinden de grond raken. Het kopje dringt de aarde in, schiet wortel en een nieuwe bramenstruik is een feit.


Ik laat de jongetjes een paar bramen zien die rijp en heerlijk zoet zijn en geef er meteen eentje aan de hond, die er ook verzot op is. Fijn al die natuur dicht bij huis, maar soms liever niet in mijn eigen tuin.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten